terug naar beginpagina
Waarom de Landschapswacht? Wat wil de Landschapswacht bereiken? Vereniging Nederlands Cultuurlandschap Actuele ontwikkelingen Speciale projecten van de Landschapswacht De Landschapswacht in het nieuws Hoe kunt u de Landschapswacht bereiken?
     
 

Monumenten: niet alleen gebouwen
Monumentale kastelen, kathedralen, pakhuizen, molens, vestingwallen; wie kent ze niet? Samen met vele andere monumenten hebben vorige generaties Nederlanders ze beschermd, gerestaureerd en doorgegeven. En wij geven ze op onze beurt weer door aan de volgende generatie. Zo hoort dat in een beschaafde samenleving. Het verleden wordt gekoesterd als onlosmakelijk onderdeel van zijn ontwikkeling op weg naar de toekomst. Ook bewaren we schilderijen, oude brieven, kaarten en foto’s, in archieven, kluizen en musea. We regelen er de vochtigheidsgraad en de temperatuur. Heel waardevolle archeologische vindplaatsen krijgen planologische bescherming en worden zo als bodemarchief bewaard.
De eerste landbouwers koloniseerden zevenduizend jaar geleden het gebied dat nu Zuid-Limburg heet. Met de boeren die drieduizend jaar voor Christus over ons hele land uitwaaierden, ontstonden de eerste agrarische cultuurlandschappen. Rond het begin van onze jaartelling was een groot deel van Nederland al door de landbouw in gebruik genomen. Het hoeft dan ook niemand te verbazen dat sommige nu nog aanwezige cultuurlandschappen museumwaardige monumenten zijn. Zij overstijgen in ouderdom onze oudste monumentale bouwwerken en kunstvoorwerpen.

Kaalslag
Rond 1900, vlak voordat het prikkeldraad zijn intrede deed, waren grote delen van ons land belegd met een heel kleinschalig labyrint van sloten, heggen, houtwallen, elzensingels en bomenlanen, gelegen tussen kronkelende beken en meanderende rivieren. Het prikkeldraad, de snel moderniserende landbouw en de ruilverkavelingen vaagden meer dan 90% van dit cultureel erfgoed weg. Alleen al na de Tweede Wereldoorlog is in een gigantische kaalslag ongeveer 250.000 kilometer aan groene kavelgrenzen (heggen en houtwallen) gerooid of, als het om sloten ging, gedempt.           
De overheid was de grote motor achter deze teloorgang. Slechts stukjes waardevol cultuurlandschap ontsprongen de dans. Zij werden overgedragen aan organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of de Provinciale Landschappen. Die overdracht is voor de volle 100% gesubsidieerd door de overheid, namens u en mij, van ons belastinggeld. Ook het onderhoud van deze gebieden wordt gesubsidieerd.Ook op particuliere landgoederen en hier en daar verspreid in het boerenland bleven door de speling van het lot enkele restjes gespaard. Particuliere grondeigenaren konden en kunnen rekenen op enige mate van overheidssteun.

Klik op de afbeelding om het spotje te bekijken

                   
Cultuurlandschap: historisch erfgoed
Wat rest aan waardevol cultuurlandschap is dus het koesteren meer dan waard. Niet alleen omdat het ons cultuurhistorisch erfgoed is, maar ook omdat het hoge natuurwaarden herbergt. Toch constateert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in zijn tweejaarlijkse Natuurbalans een voortdurende achteruitgang van ons cultuurlandschap: het vervlakt en de verscheidenheid in landschappen neemt af. En deze trieste ontwikkeling speelt zich tot de dag van vandaag af tegen de achtergrond van veel, heel veel geduldig papier. Er zijn heel wat nota’s, beleidsplannen, houtskoolschetsen, maar ook workshops en congressen aan het behoud van ons cultuurlandschap gewijd. Niet alleen in Nederland maar ook in Brussel, want onze landschappen zijn ook Europees erfgoed.

Fasegewijs wordt de missie uitgevoerd:

Fase 1

De Landschapswacht inspecteert de museale cultuurlandschappen die in handen zijn van natuurorganisaties. En als een landschap verwaarloosd blijkt te worden, worden landschappen jaarlijks geschouwd. Het bestuur en de beheerders van de betrokken organisatie worden gewezen op hun verantwoordelijkheid. Ook de Vaste Kamercommissie voor Natuurbeheer wordt geïnformeerd. Als de organisatie dan nog in gebreke blijft, zal de Landschapswacht ingrijpen door de meest noodzakelijke beheersingrepen zelf uit te voeren, om verdere teloorgang van zo’n landschap te voorkomen. En de media zullen erover worden ingelicht. Zulke noodmaatregelen kunnen bestaan uit snoeiwerkzaamheden, tegen ‘uitscheuring’ door stormschade aan monumentale bomen, of het inrasteren van landschapselementen om overbegrazing en vraatschade te voorkomen. Ook het weer inplanten van gehavende landschapselementen behoort hiertoe. Dit alles gebeurt om het cultuurhistorisch beheer door de bezittende natuurorganisatie zelf te stimuleren.

Fase 2

De benadering van particuliere landgoedeigenaren is een andere. Zij hebben niet als primaire taak het beheer van cultureel erfgoed. Aan hen zal eenmalig gratis onderhoud worden aangeboden. Daarbij wordt gewezen op de mogelijke subsidies en de hulp die stichtingen voor vrijwillig landschapsbeheer bij verder onderhoud kunnen bieden. Er zal worden gerapporteerd aan de lokale overheden, het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Vaste Kamercommissie. De rapportage gaat ook in op de oorzaken van het achterstallig onderhoud.

Fase 3

Tijdens fase 3 worden, in vervolg op fase 2, ook landschapselementen bij particulieren hersteld. Ditmaal richt de Landschapswacht zich specifiek op de twaalf provincies, die veel landschapstaken hebben overgenomen van het rijk. Er staan zestig restauraties op het programma. Uiteindelijk zal aan de verantwoordelijke instanties/overheden worden gerapporteerd. Die rapportage zal inzichtelijk maken en wat de werkelijke kosten zijn die gemaakt moeten worden om dat wat ons nog aan landschapselementen in het agrarisch gebied rest, te redden van een roemloos einde – geld dat overheden die verantwoordelijk zijn voor het erfgoed vooralsnog verzuimen op tafel te leggen.

 

 
  terug naar boven