Vijlen terug naar beginpagina Tuunwal texel
Waarom de Landschapswacht? Wat wil de Landschapswacht bereiken? Das&Boom en de Landschapswacht Actuele ontwikkelingen Speciale projecten van de Landschapswacht De Landschapswacht in het nieuws Hoe kunt u de Landschapswacht bereiken?
Beesterzwaag
Tuunwal Texel
Bomenrij Zeeland
 

Fase 2 Restauratieprojecten

 
 


Een prachtige lange graft in Zuid-Limburg

De markante graften die her en der als rijkelijk begroeide terrasranden in de Zuid-Limburgse buitengebieden te herkennen zijn, verdwijnen onherroepelijk als er niet meer geld beschikbaar komt voor het beheer en onderhoud. Dat stellen de Landschapswacht en Landschapsbeheer Nederland op basis van ervaringsgegevens.

In de afgelopen eeuw is in Limburg naar schatting een derde van de vaak eeuwenoude graften verdwenen of nog slechts in gedegradeerde vorm aanwezig. Voor een deel van dit voor het Heuvelland zo karakteristieke erfgoed is het de hoogste tijd dat er opnieuw herstel gepleegd wordt. Dat kan door de aanplant van nieuwe bomen en struiken, het snoeien, knotten en afzetten van bomen en struiken. Uit praktijkervaring van de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg, het IKL, blijkt dat voor het herstel van de gemiddelde graft 2000 euro per strekkende 100 meter nodig is. In het begin van de jaren 80 telde Zuid-Limburg nog 2300 graften met een totale lengte van 210 kilometer.
Graft Vijlen
De Landschapswacht vestigt de komende jaren in samenwerking met Landschapsbeheer Nederland op actieve wijze de aandacht op het noodzakelijk herstel van beeldbepalende elementen in het Nederlandse cultuurlandschap. De Landschapswacht zoekt daarbij nadrukkelijk de dialoog met Rijk en provincie en zal hiervoor ook de Tweede Kamer te informeren over de samenhang die er is tussen het beheer en het reserveren van voldoende budgetten.

Aan goed geconserveerde graften kan men de bewonings- en ontginningsgeschiedenis van het landschap aflezen. Het merendeel is eeuwenoud, stamt uit de Middeleeuwen en sommige dateren zelfs uit de Romeinse tijd. Ze fungeren her en der nog steeds als grensmarkering en veekering tussen twee percelen op een helling. Eeuwenlang maakte de mens dankbaar gebruik van de bomen en struiken voor timmer, brand- en geriefhout. Mensen met duidelijke wortels in de streek weten echter als geen ander dat een goed onderhouden graft in belangrijke mate de erosie kan afremmen. Bij regenbuien voorkomen ze namelijk dat de vruchtbare lössgrond op de bovenliggende akkers in grote modderstromen uitspoelt. Tevens vormen ze een belangrijk leefgebied voor planten en dieren. Ook vormen ze een belangrijke verbindingsweg voor dieren en niet in de laatste plaats sieren ze met het ritme van de seizoenen het landschap op met hun bomen en struiken.

Ondanks hun forse leeftijd – met gemak kunnen heel veel graften zich in leeftijd meten met de St. Servaaskerk – staat er bij graften geen bordje “beschermd monument”. Nu leert de recente geschiedenis dat dit geen enkele garantie biedt voor het behoud van deze elementen. Zonder geregeld en planmatig herstel en onderhoud zullen namelijk nog meer landschapselementen verdwijnen. Overigens gaat het te ver om individuele eigenaren van graften aansprakelijk te stellen voor de afname van het aantal graften en de kwaliteit. Ook door schaalvergrotingen in de landbouw, ruilverkavelingen en de uitbreiding van bebouwde kernen verdwenen veel graften. Gelukkig neemt het besef van de waarde en de betekenis van deze karakteristieke graften weer toe. Was dat maar eerder gebeurd, dan was het Heuvelland de nodige modderstromen gespaard gebleven.

Voor het voortbestaan van de nog aanwezige hellingknikken is het van elementair belang dat er meer aandacht en geld komt voor het arbeidsintensieve beheer van deze elementen. Door de schaalvergroting in de landbouw zijn de meeste boeren de laatste vijftig jaar nauwelijks meer toegekomen aan dit beheer. Door het ontbreken van tijd en menskracht zijn enorm veel graften onderhevig geraakt aan verval en achterstallig onderhoud.

Vanwege haar vangnetfunctie heeft de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg, IKL, de afgelopen 25 jaar enorm veel werk verricht aan deze elementen. Zo knapte IKL in die periode meer dan 750 graften op. In de afgelopen vijf jaar ging het om een totale lengte van 22 kilometer en 1084 are.
De Landschapswacht is van mening dat de overheid meer oog moet krijgen voor het complexe beheer van de graften. Daarbij gaat het hen om de aanplant van de deels kale graften, het knotten van vaak achterstallige knotbomen en regulier hakhoutbeheer: het bij de grond uitzagen van bomen en struiken, waardoor er weer een erosieremmende begroeiing van bomen en struiken ontstaat. Het stoort de Landschapswacht dat de overheid wel subsidie aan particulieren verstrekt voor houtwallen en heggen, maar geen oog heeft voor het vaak complexe, en daardoor kostbare herstel van graften. Op basis van onderzoek en ervaringsgegevens in het reliëfrijke Heuvelland wordt een vergoeding van 2000 euro per 100 strekkende meter reëel geacht. De lengte aan graften die in handen is van particulieren wordt geschat op 175 kilometer. De financiële regeling voor onderhoud blijkt verre van toereikend. Bij een onderhoudscyclus van zes jaar bedragen de werkelijke kosten per jaar 600.000 euro. Het Rijk stelt jaarlijks 150.000 euro beschikbaar. Het jaarlijkse tekort voor het beheer aan graften is derhalve 450.000 euro.

 

 
 

Bovenstaande tekst is als pdf te downloaden of kan per e-mail worden opgevraagd.

terug naar boven